Wat kan ik vinden op mijnwijkplan?
Op mijnwijkplan vindt u ideeën van wijkbewoners. Door ideeën in te dienen maken zij kans op een deel van het wijkbudget. Ook vindt u hier informatie van de gemeente over werkzaamheden, bewonersavonden en andere zaken in uw wijk. U kunt deze zaken lezen zonder ingelogd te zijn op mijnwijkplan.
Wie kan aanspraak maken op het wijkbudget?
Iedere wijkbewoner met een account op MijnWijkplan kan voor zijn eigen wijk een idee indienen. U kunt alleen stemmen op ideeën voor de wijk waarin u woont. De ideeën die haalbaar zijn en waarvoor voldoende draagvlak is maken kans op wijkbudget. Houdt er rekening mee dat een idee moet passen binnen het beschikbare budget. Ideeën zoals bijvoorbeeld een groot skatepark of basketbalveld kosten vaak meer dan het beschikbare budget.
Ik woon op de scheidslijn van twee wijken.
Als u voor een andere wijk dan uw woonwijk een idee wilt plaatsen, neem dan contact op met de projectmedewerker participatie. De contactgegevens vindt u op mijnwijkplan.
Ik heb een plan voor een wijk zonder bewoners, zoals Vogelenzang of Staddijk.
Indien u een plan heeft voor een wijk zonder bewoners, neemt u dan contact op met de projectmedewerker participatie. De contactgegevens staan vermeld op mijnwijkplan.
Wat verwacht de gemeente van u als u een idee heeft ingediend?
U heeft een idee voor uw wijk ingediend op mijnwijkplan en wil daarvoor graag geld uit het wijkbudget. Laat dan zien dat anderen uw plan steunen. Dat kan door hartjes te verzamelen voor het idee. . Ook zorgt u voor voldoende draagvlak voor het idee in de wijk. Dat betekent dat direct aanwonenden geen bezwaar tegen het idee hebben.
Lukt dat? Dan maakt u kans dat het idee wordt uitgevoerd. Daarna verwacht de gemeente van u dat u blijft zorgen voor het gerealiseerde idee.
- Als u bijvoorbeeld natuurlijke speelelementen wilt zoals stapstenen en een wilgenhutje, dan vraagt de gemeente van u om af en toe het zwerfvuil weg te halen.
- Als u een rozentuin wilt, dat tekent u er samen met minimaal twee anderen voor dat u deze rozentuin samen onderhoudt.
Hoeveel hartjes moet ik behalen?
Hoeveel hartjes u moet behalen is afhankelijk van uw idee. Een idee dat veel geld kost heeft meer hartjes nodig dan een klein idee. De projectmedewerker participatie laat u weten hoeveel hartjes u nodig heeft.
Hoe moet ik die hartjes behalen?
U krijgt de hartjes doordat wijkgenoten op het hartje naast uw idee klikken. Daarvoor is wel een account nodig op Mijnwijkplan. Mocht u in een buurt wonen waarin veel ouderen of mensen zonder account wonen, dan kunt u ook handtekeningen verzamelen en die aan de gemeente geven.
Wat is het verschil tussen hartjes en draagvlak?
Via mijnwijkplan wordt het budget voor uw wijk verdeeld. Medebewoners bepalen via de gegeven hartjes welke ideeën voor de wijk zij een goed idee vinden. Als uw idee voldoende hartjes heeft gekregen, dan informeert de gemeente u daarover. Daarna vragen we u draagvlak te creëren bij de bewoners die in de buurt wonen van de plek waar u uw idee uit wilt voeren. Voor de verdeling van het wijkbudget kan dus de gehele wijk stemmen. Draagvlak is nodig onder de direct aanwonenden van uw idee.
Ik heb voldoende hartjes gehaald, wordt mijn idee nu zeker uitgevoerd?
Eerst is nog draagvlak nodig voor het ideebij omwonenden. Als een of meerdere bewoners echt niet met het idee kunnen leven en er geen compromis of gedragen oplossing komt, dan kan het zijn dat uw idee niet wordt uitgevoerd. Draagvlak bij omwonenden is een vereiste voor uitvoering van uw idee.
Hoe toon ik draagvlak aan?
Draagvlak kunt u laten zien door handtekeningen bij de direct omwonenden op te halen. Ook kan tijdens een of meerdere door de gemeente geleide bijeenkomsten duidelijk worden of er wel/geen draagvlak is voor het idee.
Welke ideeën kan ik indienen op mijnwijkplan?
U kunt alle ideeën indienen die het leven in uw wijk aangenamer maken. Voor noodzakelijk onderhoud zoals gaten in de weg, groenonderhoud of reiniging hoeft u geen ideeën in te dienen. Bij zo’n probleem in de openbare ruimte kunt u een melding doen via de Meld en Herstel App of bellen met 14024.
Hoe weet ik hoeveel wijkbudget er nog beschikbaar is?
Als u op mijnwijkplan bij uw eigen wijk kijkt, dan ziet u onder het kopje “wijkbudget” hoeveel wijkbudget al gebruikt is en hoeveel er nog beschikbaar is.
Uitgangspunten voor bewegen, ontmoeten, spelen en sporten in Nijmegen
In 2023 heeft Nijmegen in samenwerking met inwoners en verschillende instanties zoals bijvoorbeeld Jantje Beton het BOSS-kader vastgesteld. BOSS staat voor bewegen, ontmoeten, sporten en spelen. Het BOSS-kader bevat een nieuwe visie op het speellandschap in Nijmegen. Met dit BOSS-kader als uitgangspunt wordt het volledige speellandschap van Nijmegen de komende jaren herzien. We gaan per wijk onderzoeken wat een passende indeling van het speellandschap is. En we gaan wijk voor wijk aan de slag om het speellandschap aan te pakken. We vinden het daarbij belangrijk dat kinderen in alle wijken de ruimte hebben om buiten te spelen op een veilige plek, of dat nu een speeltuin met toestellen is of bijvoorbeeld een speel-sportveld.
Deze aanpak betekent o.a. het volgende:
- We moeten keuzes maken. Niet alle bestaande speelplekken zullen worden behouden of vervangen.
- Het kan zijn dat uw wijk pas over een paar jaar aan de beurt is.
- We nemen losse aanvragen voor speeltoestellen in wijken die nog niet aan de beurt zijn, niet in overweging. We denken in dat geval wel graag met u mee over de mogelijkheid om een speelaanleiding toe te voegen. Speelaanleidingen zijn losse speelelementen zonder bouten en/of moeren waar geen certificering voor nodig is. Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld boomstammetjes, zwerfkeien of wilgenhutjes.
- Als u een idee heeft voor uw wijk dat past in het BOSS-kader, en deze wijk is wel binnenkort aan de beurt, dan nemen we de wens uiteraard mee.
- Voordat we bij u in de wijk aan de slag gaan, ontvangt u daarover een informatiebrief. In de brief zult u ook worden uitgenodigd om met ons mee te denken over de inrichting van het speellandschap in uw wijk.
Zou u graag een speelaanleiding willen bij u in de buurt? Dien een idee in op MijnWijkplan.
Nieuwsgierig naar het BOSS-kader? Kijk dan op www.nijmegen.nl/nijmegenspeelt
Ik wil graag een openbaar watertappunt in mijn buurt. Kan dat?
Weet u een mooie plek voor een openbaar watertappunt? Dan kunt u hiervoor een idee indienen op Mijn Wijkplan. Vervolgens onderzoeken wij of dit een geschikte locatie is.
Wij houden onder andere rekening met de volgende criteria:
- Een openbaar watertappunt plaatsen wij op plekken waar geen toegang is tot drinkwater.
- Het is een plek zijn waar veel sportende of spelende mensen zijn of voorbijkomen. Denk aan een speelplek of langs een wandelroute.
- Het watertappunt is voor het drinken van water en is niet bedoeld voor andere doeleneinden.
- Momenteel geldt er na een positieve aanvraag een lange wachttijd tot plaatsing. Dit kan oplopen tot 10 maanden.
Regels voor groen
Wilt u een aanvraag indienen voor het aanleggen van een geveltuin of het beplanten van een boomspiegel, kijk dan op https://www.nijmegen.nl/diensten/groen-inrichten/.
- Idee of wens? Ga dan naar MijnWijkplan
Wilt u samen met buurtbewoners een bestaand plantvak onderhouden of omvormen, of wilt u tegels verwijderen om een nieuw plantvak te maken? Stuur uw idee of wens in op MijnWijkplan. Net zoals bij alle andere ideeën moet u voldoende ‘likes’ verzamelen en moet uw idee worden gesteund door andere bewoners.
De gemeente beoordeelt uw ideeën aan de hand van onderstaande vragen:
- Liggen er kabels, leidingen of buizen in het stuk groen?
- Is de bodem geschikt voor beplanting?
- Is de ligging geschikt voor beplanting? Denk hierbij aan schaduw, afwatering, looproutes, parkeerplekken, etc.
- Hoe lang staat de huidige beplanting er al, en hoe lang kan deze nog blijven staan? Als de kwaliteit van de huidige beplanting nog goed is, wordt die niet verwijderd.
Als we uw idee om bovenstaande redenen niet kunnen uitvoeren op die plek, dan zoeken wij graag met u mee naar een plek in de buurt van uw woning die wel geschikt is.
- Wat verwachten wij van bewoners?
Als we uw idee wel kunnen uitvoeren, houdt er dan rekening mee dat de uitvoering ook wat van u vraagt. U ondertekent een participatieovereenkomst, waarin u samen met 2 buurtbewoners staat vermeld als contactpersoon. In deze overeenkomst staan ook afspraken over het onderhoud van de beplanting. Van u wordt bijvoorbeeld verwacht dat u de beplanting water geeft in droge periodes, dat u zorgt voor het snoeien en dat u onkruid verwijdert. Waar nodig helpt de gemeente in het begin bij het ontwerp en de aanleg van het plantvak. Daarna ontvangt u van de gemeente maar één keer per jaar hulp, in de vorm van tips en kleine benodigdheden zoals mest. U bent dus grotendeels samen met buurtbewoners verantwoordelijk voor het onderhoud van het aangelegde stuk groen.
Regels voor hondenspeeltuinen
Een verzoek voor een hondenspeeltuin behandelen we via de volgende richtlijnen.
- Er moet draagvlak in de wijk zijn voor het oprichten van een hondenspeeltuin.
- Een hondenspeeltuin kan alleen opgericht worden in bestaande hondenfaciliteiten, dus in hondenlosloopgebieden en in hondenuitlaatplekken (de zogenaamde HUP). Beiden worden in principe niet uitgebreid en er worden geen hekwerken geplaatst.
- Er is geen bezwaar van direct aanwonenden.
- Primaire actie om dit te onderzoeken ligt bij de initiatiefnemers.
- Hierbij geldt dat de wijkregisseur een rol vervult in het achterhalen van het bezwaar en onderzoekt of dit bezwaar weggenomen kan worden.
- Een groep van minimaal drie bewoners participeert in het onderhoud van de hondenspeeltuin. Dit bestaat uit:
- Hondenpoep opruimen.
- In een losloopgebied geldt een opruimplicht, in een HUP niet. Dar laat de HUP nog steeds reinigen, maar door het plaatsen van toestellen in een HUP kan de hondenpoepzuiger niet meer overal bij. Ook kan het zijn dat er minder vaak dan gewenst gereinigd wordt. Bewoners zijn verantwoordelijk om overige poep zelf op te ruimen.
- Zwerfafval opruimen.
- Hondenpoep opruimen.
Regels voor verkeersvraagstukken
Ideeën die uw wijk verkeersveiliger maken hoeft u niet op mijnwijkplan te zetten. Neemt u hierover contact op met uw wijkregisseur, zodat uw opmerking indien noodzakelijk besproken kan worden in het wijkgerichte verkeersvragenoverleg.
Hieronder kunt u lezen hoe de gemeente omgaat met een verzoek om bollen, paaltjes en varkensruggen.
De gemeente wil ivm de toegankelijkheid voor mindervaliden en visueel beperkten zo min mogelijk obstakels in de openbare ruimte plaatsen. Zaken als bollen, paaltjes, varkensruggen worden door de gemeente op veel plekken juist verwijderd in plaats van toegevoegd.
Indien u belt met het verzoek voor een paaltje, bollen of varkensruggen dan stelt de wijkregisseur u de volgende vragen:
• Wat is het probleem?
• Waarom is het nu een probleem?
• Wat is er in het verleden reeds aan het probleem gedaan?
• Ervaart u dit probleem als enige of ervaren meer straat-/buurtgenoten dit probleem?
• Zijn de veroorzakers van het probleem al aangesproken door u of door buurtgenoten?
• Zijn de veroorzakers van het probleem al aangesproken door de wijkagent of door Toezicht & Handhaving?
De wijkregisseur kan na dit gesprek beslissen uw verzoek in te brengen in een verkeersoverleg.
Uitgangspunt zal altijd zijn:
• Geen fysieke ingrepen als het probleem anders is op te lossen, bijvoorbeeld met intensievere handhaving.
• Geen fysieke ingrepen als dit de toegankelijkheid voor mindervaliden en visueel beperkten dusdanig hindert.
• Geen fysieke ingrepen als andere oplossingen mogelijk zijn, zoals groenstroken/perkje, gele lijn, etc.
• Geen paaltjes, bollen, varkensruggen tenzij het met het oog op verkeersveiligheid echt niet anders kan.
U hoeft niet zelf draagvlak voor een bol/paaltje/varkensrug te creeren als dit vanuit verkeersveiligheid noodzakelijk is. De gemeente neemt dan de uiteindelijke beslissing.
Regels voor fietsklemmen
Indien u een idee voor fietsklemmen wilt plaatsen, kunt u beter eerst telefonisch contact opnemen met uw wijkregisseur.
Overlast van fietsen op straat betreft veelal gedrag van bewoners die hun fiets niet in de daarvoor beschikbare schuurtjes/tuin plaatsen. Bij nieuwbouwwoningen is het huidige beleid dat de ontwikkelaar het fietsparkeren inpandig op moet lossen. Bij nieuwe vergunningen voor kamerverhuur legt de ODRN als voorwaarde op dat fietsparkeren wordt opgelost op eigen terrein. De gemeente volgt deze lijn. De gemeente is namelijk verantwoordelijk voor de mogelijkheid tot het stallen van fietsen in de openbare ruimte voor bezoekers, bijvoorbeeld van winkels, wijkcentra, sportcentra, etc. De gemeente is niet verantwoordelijk voor het stallen van fietsen door bewoners. Daar is de bewoner zelf verantwoordelijk voor. Enkel als de bewoner dat echt niet zelf kan, wil de gemeente bekijken op welke manier wij daarbij kunnen helpen. De wijkregisseur zal daarom de volgende vragen stellen als u verzoekt om fietsklemmen:
• Betreft het fietsparkeren rondom woningen?
• Is er rondom de woning eigen terrein waarop fietsen gestald kunnen worden?
• Bent u de eigenaar van de (verkamerde) woning? Dan moet u (voor uw huurders) voor fietsenstallingen zorgen op eigen terrein.
• Bent u een kamerbewoner? Vraag uw huiseigenaar om gelegenheid om uw fiets te stallen op eigen terrein.
• Bent u een huurder? Vraag uw corporatie voor gelegenheid om uw fiets te stallen op eigen terrein.
• Woont u in een flatgebouw? Agendeer het voor de VVE-vergadering.
Pas indien u geen eigen terrein heeft om uw fietsen te kunnen stallen, dan zal de gemeente met u de mogelijkheden onderzoeken.
Houdt u wel alvast rekening met het volgende: meer fietsklemmen leidt vaak tot meer zwerffietsen. Dan staan de fietsen misschien in en rondom een klem, maar het aangezicht is er toch niet op verbeterd.
Openbare verlichting
• Indien de openbare verlichting kapot is, in uw woning schijnt of onvoldoende verlichting geeft volgens u, dan gebruikt u de Meld&Herstel-app of belt u 14024.
• Indien u op een niet verlichte plek verlichting wilt, dan gelden de volgende regels:
• De gemeente verlicht alleen gemeentelijke objecten, dus geen achterpaden die bijvoorbeeld in het bezit zijn van een woningcorporatie of particuliere woningeigenaren.
• De gemeente verlicht geen parken, omdat zij het natuurlijk evenwicht voor flora en fauna niet wil verstoren.
• De gemeente voegt enkel licht toe om een plek veiliger te maken, als de plek dan ook daadwerkelijk veiliger wordt. Dit betekent én verlichting én voldoende ogen die de plek in de gaten houden. Een afgelegen plek beter verlichten geeft enkel een beter gevoel van veiligheid, maar leidt niet daadwerkelijk tot betere veiligheid. Een plek waar geen sociale controle wordt uitgevoerd, wordt daarom door de gemeente niet extra verlicht.
• We plaatsen ook geen extra verlichting als er een goed verlicht alternatief is, waarvoor u enkele meters om moet fietsen.